corona
corona

Update na aanpassing maatregelen 1 juli

Er zijn veel vragen over kinderopvang en het coronavirus. Hieronder een vraag en antwoord van de Rijksoverheid, bestemd voor ouders van kinderen bij de kinderopvang (bijgewerkt op 1 juli 2020 18:00 PM)

Hier vindt u de meest gestelde vragen van ouders over de gevolgen van het coronavirus voor de kinderopvang.

Veelgestelde vragen van ouders over coronavirus en kinderopvang

De kinderdagopvang (kinderen van 0 – 4 jaar) en de gastouderopvang  (kinderen van 0 -12 jaar) zijn volledig open. Kinderen kunnen weer op hun normale vertrouwde dagen op de buitenschoolse opvang (BSO) terecht. De vergoeding die ouders van de overheid ontvingen voor het doorbetalen van de eigen bijdrage voor de kinderopvang is gestopt. De vergoeding dekt de periode van 16 maart tot 8 juni.

Algemeen

Per wanneer stopt de noodopvang?

Per 1 juli stopt de noodopvang. Dit geldt voor de kinderen van alle ouders.

Wanneer moet mijn kind thuis blijven?

Het kind mag niet naar de kinderopvang (kinderdagopvang, BSO en gastouderopvang) als:

  • het kind 1 van de volgende klachten heeft: neusverkoudheid, loopneus, niezen, keelpijn, hoesten, verhoging tot 38 graden of koorts (vanaf 38 graden), plotseling verlies van reuk of smaak, of een combinatie van deze klachten; 
  • of als het kind een volwassen gezinslid heeft met koorts (boven 38 graden Celsius) en/of benauwdheid.        

Er geldt een uitzondering voor kinderen van 0 tot 4 jaar en kinderen in groep 1 of 2 van de basisschool met neusverkoudheid. Voor deze kinderen geldt dat zij bij een neusverkoudheid gewoon naar de kinderopvang (kinderdagopvang, BSO en gastouderopvang) mogen, behalve:

  • als het kind ook koorts of andere COVID-19 klachten heeft;
  • als het kind een contact is van een patiënt met een bevestigde COVID-19-infectie;
  • als het kind een volwassen gezinslid heeft met klachten passend bij COVID-19. Dat zijn verkoudheidsklachten, loopneus, niezen, keelpijn, hoesten, verhoging, koorts vanaf 38 graden en/of plotseling verlies van reuk of smaak.

Mag mijn kind met neusverkoudheid naar de kinderopvang?

Voor kinderen van 0 tot 4 jaar en kinderen in groep 1 of 2 van de basisschool geldt dat zij bij een neusverkoudheid gewoon naar de kinderopvang (kinderdagopvang, BSO en gastouderopvang) mogen, behalve:

  • als het kind ook koorts of andere COVID-19-klachten heeft;
  • als het kind een contact is van een patiënt met een bevestigde COVID-19-infectie;
  • als het kind een volwassen gezinslid heeft met klachten passend bij COVID-19. Dat  zijn: verkoudheidsklachten, hoesten, koorts (vanaf 38 graden), benauwdheid, en/of verlies van reuk of smaak.       

Voor kinderen in groep 3 en hoger gelden de normale regels voor thuisblijven:

  • bij verkoudheidsklachten of andere klachten die passen bij COVID-19. Dat  zijn: verkoudheidsklachten, hoesten, koorts (vanaf 38 graden), benauwdheid, en/of verlies van reuk of smaak.
  • of als het kind een volwassen gezinslid heeft met koorts (vanaf 38 graden) en/of benauwdheidsklachten.         

Het RIVM heeft een handreiking bij neusverkouden kinderen opgesteld. De handreiking wordt regelmatig aangepast aan nieuwe ontwikkelingen en inzichten.

Waarom mogen jonge kinderen wel met neusverkoudheid naar de kinderopvang?

Jonge kinderen zijn vaak verkouden en worden daarom nu vaak geweigerd door de kinderopvang omdat neusverkoudheid een klacht van COVID-19 kan zijn.
Bij kinderen verloopt COVID-19 echter niet ernstig en hun rol in de verspreiding van COVID-19 lijkt beperkt te zijn. Daarom mogen kinderen van 0 tot 4 jaar en kinderen in groep 1 of 2 van de basisschool ook met een neusverkoudheid naar de kinderopvang.

Als een kind langdurig verkoudheidsklachten of hooikoorts heeft, kan hij of zij dan wel naar de kinderopvang?

Als het kind elk jaar hooikoorts heeft of chronisch verkouden is, dan herkent de ouder deze klachten. Het kind mag dan gewoon naar school of de kinderopvang. Bij twijfel, of als de klachten anders zijn dan gewend, blijft het kind thuis tot de (nieuwe) klachten voorbij zijn of laat uw kind testen. 

Voor kinderen van 0 tot 4 jaar en kinderen in groep 1 of 2 van de basisschool geldt dat zij bij een neusverkoudheid gewoon naar de kinderopvang (kinderdagopvang, BSO en gastouderopvang) mogen. Zie hiervoor de bovenstaande vragen.

Kan ik mijn kind laten testen? 

Per 1 juni kan iedereen (dus ook kinderen) met de volgende klachten zich laten testen:

  • neusverkoudheid;
  • loopneus;
  • niezen;
  • hoesten;
  • verhoging (tot 38 graden) of koorts (vanaf 38 graden) en/of;
  • plotseling verlies van reuk of smaak.

Kinderen kunnen op verzoek van de ouders worden getest. Ouders zijn echter niet verplicht om hun kind te laten testen.

Scholen en kindercentra mogen niet eisen dat een kind wordt getest. Bij een positieve uitslag wordt bron- en contactonderzoek ingesteld. Bij een negatieve testuitslag mag het kind naar de kinderopvang, als het alleen neusverkouden is en verder niet ziek.

Als op de kinderopvang in een groep 3 of meer kinderen klachten hebben die passen bij COVID-19 wordt geadviseerd om deze kinderen te testen. De kinderopvangorganisatie neemt dan contact op met de GGD.  Zie ook de Handreiking uitbraakonderzoek COVID-19 op kindercentra en basisscholen.

Op de pagina Testen op corona vindt u meer informatie over het testen.

Mijn kind behoort tot een risicogroep / iemand uit ons gezin behoort tot de risicogroep. Kan mijn kind naar school, kinderopvang en BSO?

Kinderen met onderliggende medische problematiek lijken geen groter risico te lopen op een ernstig beloop van COVID-19 dan gezonde kinderen.

Bij twijfel of uw kind naar school, kinderopvang of BSO kan, is het verstandig te overleggen met de behandelend (kinder)arts en de schoolleiding.

Wanneer een gezinslid in de risicogroep valt en onder specialistische behandeling is, overleg dan met de arts en de schoolleiding of het kind naar school kan.

Waar kan ik terecht als ik klachten heb over de uitvoering van het protocol Kinderopvang op mijn kinderopvang?

Bij klachten over de uitvoering van het protocol door uw kinderopvangorganisatie kunt u contact opnemen met de kinderopvanglocatie of met de oudercommissie. Elke kinderopvangorganisatie heeft een klachtenprotocol waarin staat hoe klachten worden behandeld. (Ernstige) signalen, waarbij er een direct gevaar dreigt, kunt u ook bij uw lokale GGD neerleggen. GGD’s voeren het toezicht op de kinderopvang uit.

Wat moet de kinderopvang of gastouder doen om verspreiding van corona te voorkomen nu alle kinderen weer naar de opvang komen?

Er is een protocol voor de kinderopvang en gastouders waarin staat welke maatregelen zij moeten nemen. In dit protocol wordt ingegaan op een aantal praktische aspecten rondom veiligheid en hygiëne. Het protocol voor de kinderopvang wordt regelmatig aangepast aan nieuwe ontwikkelingen of inzichten. De actuele versie van het protocol voor de kinderopvang kunt u vinden via de  Veranderingeninkinderopvang.nl. 

Zijn er regels voor informele opvang van kinderen?

Voor informele opvang (het woord informeel zegt het al) zijn er geen overheidsregels. Wel adviseert de overheid dringend om de richtlijnen van het RIVM te blijven volgen om verspreiding van het virus tegen te gaan.

Bij informele opvang is het belangrijk om kwetsbare groepen, zoals ouderen (bijvoorbeeld grootouders), te vermijden.

Mijn school houdt ook sinds 8 juni een continurooster aan, mag dat? 

Het uitgangspunt is dat scholen per 8 juni terugkeren naar hun normale schoolrooster. Hierbij houden zij rekening met eventuele noodzakelijke gespreide breng- en haaltijd om voor voldoende afstand tussen volwassenen te zorgen. Dit staat in het protocol.

De buitenschoolse opvang (BSO) is open op normale tijden, zoals in uw contract staat.

Als een school de vaste schooltijden wil aanpassen, gelden de normale procedures. Zoals afstemming met de medezeggenschapsraad van school. Ook heeft de school de verantwoordelijkheid voor een goede aansluiting van de kinderopvang op de schooltijden. Daarom zal school met de BSO’s afspraken moeten maken.

Als een BSO mogelijkheden heeft het aanbod te verruimen met aangepaste openingstijden, zal de BSO dit ook eerst moeten afstemmen met de Oudercommissie van de BSO.

Extra opvanguren worden in rekening gebracht bij de ouders. Ouders moeten wel instemmen met een contractuitbreiding en een wijzing doorgeven bij de Belastingdienst voor de kinderopvangtoeslag.

Vergoeding

Tot wanneer krijgen ouders de eigen bijdrage vergoed?

Sinds 8 juni gaat alle kinderopvang weer regulier open. De kinderdagopvang en de gastouderopvang waren sinds 11 mei al regulier opengegaan. Per 8 juni geldt dat ook voor de buitenschoolse opvang, die vanaf 11 mei gedeeltelijk open is gegaan.

De vergoeding voor de eigen bijdrage in de kinderopvang zal ook per 8 juni stoppen. Dat betekent dat ouders met kinderopvangtoeslag die de kinderopvang de afgelopen periode hebben doorbetaald, een vergoeding voor het betalen van de eigen bijdrage tot aan de maximum uurprijs zullen ontvangen over de periode van 16 maart tot en met 7 juni.

Rond 8 juli krijgen ouders de vergoeding op hun bankrekening. Ouders hoeven hiervoor niets te doen. De SVB gebruikt de gegevens die reeds bekend zijn bij de Belastingdienst/Toeslagen om de vergoeding vast te stellen en uit te betalen.

Ouders die voor kinderopvang betalen en daarbij worden gesubsidieerd via een gemeentelijke regeling, in het kader van voorschoolse educatie, peuteraanbod of vanwege een sociaal-medische indicatie, krijgen een vergoeding over deze zelfde periode via de gemeente. De gemeenten ontvangen hiervoor extra middelen vanuit de Rijksoverheid.

Voor wie is de vergoeding bedoeld?  

Alle ouders die kinderopvangtoeslag ontvangen, komen in aanmerking voor de vergoeding die uitbetaald wordt door de Rijksoverheid. Daarbij gaat het zowel om ouders die geen gebruik maken van de noodopvang als ouders met een cruciaal beroep die hun kinderen naar de noodopvang brengen. Aan het gebruik van noodopvang zijn namelijk geen kosten verbonden.

Ouders die geen kinderopvangtoeslag ontvangen, maar gebruik maken van een gesubsidieerd aanbod van de gemeenten krijgen de eigen bijdrage via de gemeente vergoed. Dit geldt voor ouders met een sociaal-medische indicatie en voor ouders waarvan de kinderen deelnemen aan voorschoolse educatie of kortdurend peuteraanbod (peuterspeelzaal).

Informeer bij uw kinderopvang of gemeente hoe zij dit hebben georganiseerd.

Wanneer kan ik de vergoeding verwachten?

Ouders krijgen deze vergoeding rond 8 juli op hun bankrekening. U hoeft hiervoor niets te doen. De SVB gebruikt voor de uitbetaling de gegevens die reeds bekend zijn bij de Belastingdienst/Toeslagen. Zie voor meer informatie over hoe dit in zijn werk gaat, en over waar u terecht kunt met verdere vragen: www.svb.nl/opvang.

Moet ik zelf contact opnemen met de Belastingdienst om in aanmerking te komen voor de vergoeding?

Nee, ouders die de kinderopvang door bleven betalen gedurende de sluitingsperiode, krijgen de vergoeding vanzelf via de Sociale Verzekeringsbank terug. Tussen 20 juni en 1 juli krijgen ouders een bericht waarin staat hoeveel vergoeding zij krijgen. 

Zie voor meer informatie over hoe dit in zijn werk gaat, en over waar u terecht kunt met verdere vragen: www.svb.nl/opvang.

Om de vergoeding zo snel mogelijk uit te betalen, is gekozen voor een eenvoudige regeling op basis van beschikbare gegevens bij de Belastingdienst, zonder dat ouders formulieren hoeven in te vullen.

Om rond 8 juli tot betaling over te kunnen gaan is gekozen voor de peildatum 6 april. Ouders krijgen de vergoeding op basis van de gegevens die op dat moment bekend zijn bij de Belastingdienst, zoals het aantal kinderen, het aantal opvanguren en het verzamelinkomen.

De Belastingdienst geeft dit door aan de Sociale Verzekeringsbank en die keert vervolgens het bedrag rond 8 juli rechtstreeks aan de ouders uit.

Hoeveel vergoeding kan ik verwachten?

De vergoeding heeft betrekking op uw eigen bijdrage voor de kinderopvang. Het totale bedrag dat u betaalt voor kinderopvang bestaat uit de kinderopvangtoeslag die u via de Belastingdienst bent blijven ontvangen, en de eigen bijdrage die u betaalt.

Deze eigen bijdrage is onder andere afhankelijk van uw inkomen. Een hoger inkomen leidt tot een lagere kinderopvangtoeslag en een hogere eigen bijdrage. Ook verschilt uw eigen bijdrage meestal per kind, omdat u voor het eerste kind een ander toeslagpercentage ontvangt dan voor het tweede en verdere kinderen. 

De hoogte van de vergoeding benadert de eigen bijdrage zoveel mogelijk. De Rijksoverheid vergoedt het deel tot de wettelijk vastgelegde maximum uurprijs (€ 8,17 voor kinderdagopvang, € 7,02 voor buitenschoolse opvang en € 6,27 voor gastouderopvang).

De vergoeding hangt verder af van een aantal gegevens die op peildatum 6 april bij de Belastingdienst/Toeslagen bekend zijn: het aantal kinderen dat gebruik maakt van kinderopvang, het aantal uren kinderopvang en de hoogte van het verzamelinkomen. Hierdoor kan het zijn dat de compensatie enigszins afwijkt van de daadwerkelijk betaalde eigen bijdrage. Veel organisaties vergoeden het deel boven de maximumuurprijs. Informeer hiervoor bij uw kinderopvangaanbieder. 

Kijk op de website van de SVB voor meer informatie over de vergoeding van de eigen bijdrage.

Kosten en contract kinderopvang

De kinderopvang (0-4 jaar) is weer volledig open. Wat betekent dit voor de kinderopvangtoeslag en voor de vergoeding van de eigen bijdrage? 

De vergoeding loopt tot en met 7 juni en vervalt daarna. De vergoeding is een grosso modo compensatie van de eigen bijdrage. De vergoeding wordt berekend op basis van uw gegevens die de Belastingdienst op 6 april verwerkt had.

Voor de kinderopvangtoeslag is het belangrijk dat u zoals altijd wijzigingen in uw situatie doorgeeft aan de Belastingdienst. Ook wanneer u meer of minder uren kinderopvang af gaat nemen, is het nu de kinderopvang weer open is, van belang dit door te geven aan de Belastingdienst. 

Wat moeten ouders doen als hun inkomen sterk daalt door de coronacrisis of als zij bijvoorbeeld zzp’er zijn en momenteel geen inkomsten hebben? 

Wanneer het inkomen wijzigt, is het belangrijk dit door te geven aan de Belastingdienst, zoals zij normaal ook zouden doen.

De kinderopvangtoeslag is hoger bij een lager inkomen. Ouders zullen dan dus de kinderopvangtoeslag ontvangen die aansluit op hun actuele inkomen. Uw wijziging gaat in op de eerste dag van de volgende maand. Aanpassen kan via het portaal van de Belastingdienst.

Bij werkloosheid geldt dat tot drie maanden na het verliezen van werk recht blijft bestaan op kinderopvangtoeslag. Ouders die hun werk verliezen, hoeven dus niet direct hun kind(eren) van de opvang te halen en de plek op de kinderopvang op te geven. 

Kijk voor meer informatie over kinderopvangtoeslag bij stoppen met werken of werkloos worden op de website van de Belastingdienst.

Ik wil (tijdelijk) geen gebruik maken van de opvang, bijvoorbeeld omdat mijn kind of gezinsleden tot een risicogroep behoren. Moet ik dan wel betalen?

Sinds 8 juni is de kinderopvang volledig open en vervalt de vergoeding voor de eigen bijdrage.

Als u (tijdelijk) geen gebruik meer wilt maken van de kinderopvang, dan adviseren wij u daarover contact op te nemen met uw kinderopvangaanbieder.

Mijn kind wordt geweigerd vanwege een snotneus, maar ik moet wel doorbetalen. Kan ik weigeren te betalen?

Gegeven de huidige situatie is het belangrijk dat u uw kind thuis houdt bij ziekteverschijnselen. Wij vragen uw begrip voor de huidige situatie. Voor het behoud van uw plek op de kinderopvang en het behoud van uw recht op kinderopvangtoeslag is het belangrijk dat u de factuur voor kinderopvang blijft betalen.

Kinderopvangtoeslag

Door het coronavirus zit ik thuis en werk ik minder uren. Heeft dit invloed op de hoogte van mijn kinderopvangtoeslag? Deze is immers afhankelijk van mijn gewerkte uren.

Nee. Voor de komende periode blijven uw gewerkte uren ongewijzigd en blijft het aantal uur waarvoor u aanspraak heeft op kinderopvangtoeslag in stand.

Indien u uw baan verliest, geldt dat tot drie maanden na het verliezen van uw baan recht blijft bestaan op kinderopvangtoeslag. Dit zodat niet direct gestopt hoeft te worden met het gebruik van kinderopvang en de plek bij de kinderopvang niet direct verloren hoeft te gaan.

Hebben ouders die gebruik maken van de nieuwe Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkgelegenheid (NOW) nog recht op KOT?

Ouders die gebruik maken van de NOW behouden het recht op kinderopvangtoeslag. Zij krijgen hun loon 100% doorbetaald. Er verandert voor deze ouders in die zin dus niets.

Ik ben mijn baan verloren, wat moet ik doen?

Na het verlies van werk loopt uw recht op kinderopvangtoeslag nog drie maanden door. Afhankelijk van het aantal uren dat u heeft opgebouwd, heeft u mogelijk nog langer recht op kinderopvangtoeslag. Kijk voor meer informatie over kinderopvangtoeslag bij stoppen met werken of werkloos worden op de website van de Belastingdienst.

Bron : Rijksoverheid