corona
corona

 Versie 1 oktober 2020

Achtergrond

Om verspreiding van COVID-19 tegen te gaan moet in Nederland iedereen die klachten heeft die bij COVID-19 kunnen passen thuisblijven. De belangrijkste klachten bij COVID-19 zijn verkoudheidsklachten (zoals loopneus, neusverkoudheid, niezen en keelpijn) en/of hoesten en/of benauwdheid en/of plotseling verlies van reuk of smaak en/of verhoging of koorts boven de 38 graden.

Jonge kinderen zijn vaak en bij herhaling verkouden. Dit wordt meestal veroorzaakt door een van de vele verkoudheidsvirussen en gaat vanzelf weer over. Als de algemene maatregelen bij COVID-19 worden aangehouden, worden deze kinderen echter vaak en bij herhaling geweerd van kinderdagverblijf of school. Dit is niet wenselijk met het oog op de ontwikkeling van de kinderen en het werkverzuim van de ouders.

Sinds iedereen met klachten passend bij COVID-19 laagdrempelig getest kan worden, is er forse toename van het aantal testen bij jonge kinderen om COVID-19 uit te sluiten zodat zij weer naar school of kindercentrum mogen gaan. Op 18 september heeft er een wijziging plaatsgevonden in het testbeleid waarbij kleine kinderen (0 tot 4 jaar) en kinderen die op de basisschool zitten niet meer standaard getest worden bij klachten, enkel in bepaalde uitzonderingssituaties. Als scholen of kinderopvangorganisaties de gebruikelijke groepsindeling niet hanteren, geldt dit voor kinderen tot en met 12 jaar.

Voor kinderen in het voortgezet onderwijs (ook als ze jonger zijn dan 13 jaar), mbo of hoger onderwijs gelden de basisregels voor thuisblijven en de basisregels voor testen die voor volwassenen gelden.

Overwegingen  

Bij kinderen verloopt COVID-19 meestal niet ernstig en hun rol in de transmissie van SARS-CoV-2 lijkt beperkt te zijn (zie Kinderen en COVID-19). Op basis van de meldingen van GGD’en blijkt dat kinderen van 0 t/m 17 jaar 7,3% van alle gemelde patiënten vanaf 1 juni t/m 23 augustus met COVID-19 vertegenwoordigden, terwijl zij 20,7% van de bevolking uitmaken. Het percentage van 7,3% bestaat vooral uit 12 t/m 17-jarigen, namelijk 5,2%, tegenover 0,3% 0 t/m 3-jarigen en 1,7% 4 t/m 11-jarigen. Van alle in het ziekenhuis opgenomen gemelde patiënten vanaf 1 juni is 2,9% van de kinderen jonger dan 18 jaar. Dit zijn vooral 0 t/m 3 jarigen, namelijk 2,0%, tegenover 0,4% 4 t/m 11-jarigen en 0,6% 12 t/m 17-jarigen. Er zijn geen meldingen van kinderen die aan COVID-19 zijn overleden

Sinds 1 juni 2020 kunnen alle Nederlanders met (milde) klachten getest worden op het coronavirus. Uit gegevens van de GGD-teststraten blijkt dat vanaf 1 juni t/m 23 augustus meer dan 100.000 testen zijn afgenomen onder kinderen, waarvan in totaal 1,1% positief was. Van dit totaal zijn er ruim 5.700 testen afgenomen bij kinderen t/m 3 jaar, waarvan 1,1% positief. Van de ruim 42.000 testen afgenomen bij 4 t/m 11-jarigen was 0,8% positief. Bij 12 t/m 17-jarigen zijn ruim 56.000 testen afgenomen, waarvan 1,7% positief was. In dezelfde periode zijn ruim 44.000 mensen die werkzaam zijn in het onderwijs of kinderopvang getest. Van deze testen was 0,7% positief. Dit percentage is lager dan het totaal van 2,0% bij de ruim 940.000 volwassenen getest in de teststraten in deze periode.

Advies

Wanneer mogen kinderen met klachten naar de kinderopvang of basisschool en wanneer moeten kinderen thuisblijven?

Kinderen tot en met de basisschoolleeftijd mogen naar de kinderopvang, andere vormen van kinderopvang en naar de basisschool met verkoudheidsklachten (zoals loopneus, neusverkoudheid, niezen en keelpijn) zonder koorts of benauwdheid.

Zij moeten thuisblijven als:

  • het kind naast verkoudheidsklachten ook koorts heeft en/of benauwd is en/of (meer dan incidenteel) hoest – het kind blijft thuis totdat deze klachten minimaal 24 uur over zijn;
  • het kind een contact (categorie 2 of 3) is van een patiënt met een bevestigde SARS-CoV-2-infectie EN het kind klachten heeft die passen bij COVID-19;
  • het kind bij iemand in huis woont die, naast milde klachten die passen bij COVID-19, ook koorts heeft en/of benauwd is – iedereen in het huis blijft dan thuis totdat die persoon een negatieve testuitslag heeft;
  • het kind een huisgenoot is van iemand met een bevestigde SARS-CoV-2-infectie.

Testen

Wanneer kan een kind getest worden?

Kleine kinderen (0 tot 4 jaar) en kinderen die op de basisschool zitten hoeven niet getest te worden.

Een kind kan wel getest worden als:

  • het kind ernstig ziek is – laat in die gevallen contact opnemen met de huisarts; die kan besluiten om het kind toch te laten testen;
  • het kind klachten heeft die passen bij COVID-19 EN een huisgenoot (categorie 1) is van iemand die bevestigde COVID-19 heeft;
  • het kind klachten heeft die passen bij COVID-19 EN een contact (categorie 2 of 3) is van iemand die bevestigde COVID-19 heeft;
  • als een kind deel uitmaakt van een uitbraakonderzoek, op advies van de GGD.

Aanvulling op dit beleid: beleid voor huisgenoten

Thuisblijven voor huisgenoten bij kind met verkoudheidsklachten

  • Voor huisgenoten van een kind met verkoudheidsklachten zonder koorts en/of benauwdheid, dat naar de kinderopvang of de basisschool gaat, geldt dat zij niet thuis hoeven te blijven, mits zij zelf geen klachten hebben. De huisgenoten moeten wel thuis blijven indien het kind naast milde klachten die passen bij corona ook koorts heeft en/of benauwd is, en uiteraard wanneer het kind positief getest wordt.
     

Bovenstaande adviezen worden regelmatig geëvalueerd en op basis van de epidemiologische ontwikkelingen zo nodig aangepast. Zie ook de Beslisboom verkouden kinderen op de AJN-site.

Versiebeheer

  • 1-10-2020: De data onder Overwegingen is geactualiseerd conform informatie op www.rivm.nl/coronavirus-covid-19/kinderen. De paragrafen Advies en Testen zijn duidelijker geformuleerd. Het beleid voor huisgenoten is toegevoegd als aanvulling op dit beleid. In de paragraaf Achtergrond stond dat wijziging in het testbeleid per 18 september betrekking had op ‘kinderen t/m 12 jaar’; dit is nu anders geformuleerd: ‘kleine kinderen (0 tot 4 jaar) en kinderen die op de basisschool zitten’. Als scholen of kinderopvangorganisaties de gebruikelijke groepsindeling niet hanteren, geldt dit voor kinderen tot en met 12 jaar.
  • 29-09-2020: beleid: Kinderen tot en met de basisschoolleeftijd mogen naar de kinderopvang, andere vormen van kinderopvang en naar de basisschool met verkoudheidsklachten (zoals loopneus, neusverkoudheid, niezen en keelpijn) zonder koorts of benauwdheid. Zij moeten thuisblijven als: – Het kind naast verkoudheidsklachten ook koorts heeft en/of benauwd is en/of (meer dan incidenteel) hoest. Het kind blijft thuis totdat deze klachten minimaal 24 uur over zijn. – Het kind een contact (categorie 2 of 3) is van een patiënt met een bevestigde SARS-CoV-2-infectie EN het kind klachten heeft die passen bij COVID-19. – Het kind bij iemand in huis woont, die naast milde klachten die passen bij corona ook koorts heeft en/of benauwd is. Iedereen in het huis blijft dan thuis totdat die persoon een negatieve testuitslag heeft. – Het kind een huisgenoot is van iemand met een bevestigde SARS-CoV-2-infectie. Zie Kinderen en COVID-19.
  • 25-09-2020: Toegevoegd: Huisgenoten van een kind met klachten die op de kinderopvang of de basisschool zit hoeven niet thuis te blijven zolang zij zelf geen klachten hebben. Als het kind positief getest wordt, blijft iedereen thuis.
  • 19-09-2020: Aangepast n.a.v. gewijzigde beleid thuisblijven bij klachten voor kinderen t/m 12 jaar.
  • 02-07-2020: De voorwaarde ‘volwassen gezinslid met klachten passend bij COVID-19’ voor thuishouden kind is aangepast naar ‘iemand in het huishouden met koorts of benauwdheid’.
  • 18-06-2020: Aangepast omdat er onduidelijkheid was over de leeftijd.
  • 17-06-2020: Geheel herziene versie : Kinderen van 0- 6 jaar met neusverkoudheid zonder koorts mogen naar kindercentrum en groep 1 of 2 van de basisschool.
  • 11-06-2020: Elk kind met neusverkoudheid kan op verzoek van de ouders getest worden, maar testen is niet verplicht. 
  • 29-05-2020: Klachten passend bij COVID-19 zijn gewijzigd.
  • 12-05-2020: Eerste versie

FacebookTwitterLinkedInEmailPrint

Bron : RIVM