Gemeenten en toezichthouders krijgen vanaf 1 januari 2022 de mogelijkheid om kinderopvanglocaties flexibel te inspecteren. Daardoor hoeven zij minder verplichte inspectiepunten te doorlopen en is er meer ruimte voor uitgebreider of diepgaander onderzoek. Dit helpt tegen de voorspelbaarheid van het toezicht en biedt meer ruimte tot (risicogericht) maatwerk.
Staatssecretaris Wiersma van SZW heeft daarom de beleidsregel Werkwijze toezichthouder kinderopvang gewijzigd (publicatie Staatscourant).
Door de flexibilisering van het toezicht kan het toezicht gerichter worden ingezet, verbetert de effectiviteit van het toezicht en daarmee kan het een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de kinderopvang. Wel blijven er drie punten verplicht om standaard te toetsen, namelijk:
- de aanwezigheid van een verklaring omtrent het gedrag (VOG) en de correcte inschrijving in het Personenregister kinderopvang
- of er (indien hier sprake van is) wordt voldaan aan de eisen met betrekking tot voorschoolse educatie (VE) en
- het toezicht op – en in gesprek gaan over – de pedagogische kwaliteit.
De nieuwe werkwijze wordt in 2022 en 2023 gemonitord. De ervaringen van de verschillende betrokkenen (waaronder GGD-en, gemeenten, houders van kinderopvangen en ouders) worden daarin meegenomen. In 2023 wordt de werkwijze waar nodig aangepast. Daarna wordt de nieuwe werkwijze vanaf 2024 ingericht.
Bron : Rijksoverheid