De branche kinderopvang is aan het verjongen terwijl de vakbonden vergrijzen. Uit cijfers van het CBS is gebleken dat gemiddelde leeftijd van medewerkers in de kinderopvang aan het dalen is.

Dit in contrast met de vakbonden in het algemeen en de FNV in het bijzonder. Zo heeft 16,25 % van de (vrouwelijke) FNV leden de AOW-leeftijd bereikt. Van de FNV-leden onder de AOW-leeftijd is 71,3 % 45 jaar of ouder. De CNV en het landelijk gemiddelde hebben lagere percentages.  *)

Het aantal medewerkers in de kinderopvang met een leeftijd boven de 45 jaar in 2021 is rond de 26,6 % (2019 27,8* %) en dalende door de toename van het aantal  jongere medewerkers.

Nederland201920202021
Jonger dan 25 jaar15,97%17,42%19,42%
25 tot 35 jaar33,48%32,75%31,38%
35 tot 45 jaar22,78%22,54%22,67%
45 tot 55 jaar15,95%15,42%15,01%
55 jaar of ouder11,82%11,83%11,55%

In Limburg is het percentage medewerkers boven de 45 jaar in 2021 het hoogste, nu nog 30,6 % maar ook hier is sterke daling merkbaar, in 2019 was dit nog 33,1 %. Het aantal jongeren werkzaam in de kinderopvang stijgt hier sterk. Van 14,94 % in 2019 naar 20,38 % in 2021.

Limburg201920202021
Jonger dan 25 jaar14,94%18,27%20,38%
25 tot 35 jaar29,92%29,30%28,66%
35 tot 45 jaar21,28%20,48%21,02%
45 tot 55 jaar16,55%16,38%15,29%
55 jaar of ouder16,55%15,66%15,29%

Vakbond

De onrust veroorzaakt door FNV Kinderopvang in 2021 was het gevolg van een stemming onder circa 75 kaderleden van de FNV. Alhoewel hier geen gegevens bekend van zijn is het aannemelijk dat ook hier maar een zeer gering % van jongeren heeft deelgenomen aan deze besluitvorming.

Indien van deze leden hier ook circa 70 % ouder is dan 45 jaar, kan je aannemen dat :

  • die leden meestal zo’n 20 jaar (of meer) werkzaam zijn in de kinderopvang.
  • de meeste het einde van salarisschalen hebben bereikt en hun salaris alleen zien groeien door loonsverhogingen.

Daarbij is in die 20 jaar tijd de branche sterk veranderd en gemoderniseerd. Zo zijn er hogere en aanvullende opleidingseisen, veranderingen in werktijden, opheffing van peuterspeelzalen met opname onder voorwaarden en cao kinderopvang. Dit laatste bleek ook wel uit het grote aandeel locaties met peuteropvang die meededen aan de staking.  

Dwarsdoorsnede

Werkevers- en werknemersorganisaties horen een dwarsdoorsnede te zijn van de branches die zij vertegenwoordigen. De werkgeversorganisaties in de kinderopvang (BK, BMK, BVOK) hebben circa 40-45% van de werkgevers als lid. Gezamenlijk zullen deze wel een dwarsdoorsnede van de branche zijn.

Bij de werknemersorganisaties (de vakbonden) is dat niet het geval. Om te beginnen is de organisatiegraad veel lager (15 %-20 %). Belangrijker dat de leeftijdsverhoudingen in de kinderopvang totaal afwijkend is vergeleken met  de leeftijdsverhouding bij de vakbondsleden.

Een vakbond kan gebaat zijn bij onrust in een branche, dit zijn de momenten dat er extra nieuwe leden geworden kunnen worden.

*) Opgemerkt wordt dat vakbonden geheim houden hoeveel leden er per branche zijn. Deze cijfers zijn dus gebaseerd op alle vrouwelijke leden van de vakbonden. Aangezien de branche kinderopvang voor 95 % uit vrouwelijke medewerkers bestaat, zijn de mannelijke leden niet opgenomen in de cijfers. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de leeftijdsverhoudingen bij FNV Kinderopvang substantieel anders zijn. Verwacht kan worden dat bij de leden van FNV Zorg & Welzijn (waaronder kinderopvang ook valt) relatief meer vrouwen werkzaam zijn dan mannen.   

Lees ook :