corona
corona

Nieuwe aanpassing ivm thuisblijfregels

Het Protocol Kinderopvang is aangepast. Zo zijn er wijzigingen in de thuisblijfregels doorgevoerd.

De belangrijkste wijziging is dat vanaf nu onderscheid gemaakt wordt in de quarantaineregels tussen de situatie dat de positief geteste huisgenoot in strikte zelfisolatie kan of dat dit niet mogelijk is. De quarantainetijd van de huisgenoten is hiervan afhankelijk.


Bekijk hier de nieuwste versie van het protocol.

Dit protocol is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang, de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang, BOinK, Voor Werkende Ouders en FNV in samenspraak met SZW. Het protocol dient als handreiking voor de kinderopvangsector bij het werken in tijden van COVID-19 en vormt een vertaling van de richtlijnen van het RIVM naar de specifieke situatie van de kinderopvang. In het protocol wordt ingegaan op een aantal praktische aspecten rondom veiligheid en hygiëne waar rekening mee gehouden dient te worden. Dit protocol kan worden aangepast naar aanleiding van ervaring uit de praktijk.

Dit protocol bevat de algemene maatregelen voor de gehele kinderopvangsector. Daarnaast maken houders een locatie specifieke uitwerking van dit protocol, waarin zij de concrete maatregelen en acties voor de locaties uitschrijven. Houders communiceren hierover naar ouders en waar mogelijk naar kinderen.

Algemene noties vooraf

  1. Tussen (pedagogisch) medewerkers onderling en tussen (pedagogisch) medewerkers/gastouders en ouders
    moet altijd 1,5 meter afstand bewaard worden. Pas zo nodig de beschikbare ruimtes op de locatie hierop aan.
  2. Breng- en haalmomenten zijn kort en kinderen worden door één volwassene gebracht en gehaald. Informatie
    over een kind kan via digitale weg of telefonisch worden gedeeld.
  3. De locaties organiseren de breng- en haalmomenten zo dat er 1,5 meter afstand gehouden kan worden. Denk
    hierbij aan looproutes, eenrichtingsroutes en het maken van afspraken met ouders over breng- en haaltijden
    om piekmomenten te voorkomen.
  4. In de kinderopvang gelden de kwaliteitseisen zoals opgenomen in de Wet kinderopvang. Vanuit GGD GHOR
    NL is er een werkwijze opgesteld met adviezen voor GGD’en over hoe te handelen bij overmachtsituaties als
    gevolg van corona.
  5. In de kinderopvang is men gewend om te werken volgens (bestaande) strikte hygiëne richtlijnen van het
    RIVM1
    . Ook is er een RIVM-richtlijn Binnen- en buitenmilieu voor de kinderopvang waarin o.a. adviezen over
    luchten en ventileren zijn opgenomen.
  6. Bespreek de concrete maatregelen en acties die voor de opvanglocatie worden opgesteld met de
    oudercommissie en/of ouders. Op de buitenschoolse opvang of bij de gastouderopvang met kinderen van 4 jaar of ouder, kan dit ook met kinderen worden besproken. Kinderen jonger dan vier jaar kunnen spelenderwijs leren omgaan met maatregelen, zoals handen goed leren wassen en hoesten in de elleboog.
  7. BSO locaties stemmen de locatie specifieke maatregelen en acties af met betrokken basisscholen en andere
    relevante partijen (bijvoorbeeld sportverenigingen).
    Communicatie
  8. De verschillende brancheorganisaties communiceren naar hun achterban. Er zijn door branchepartijen
    gezamenlijk reeds posters ontwikkeld voor hygiëne en het houden van afstand in de opvang.
  9. Kinderopvanglocaties en gastouders en/of gastouderbureaus communiceren naar de ouders en kinderen over
    de algemene en vooral ook over de locatie specifieke maatregelen. Het is, juist ook voor de kinderen,
    belangrijk dat de nieuwe regels helder en voorspelbaar zijn.
  10. Hang deze informatie op in alle locaties en communiceer het via mail en andere communicatiemiddelen, zoals
    ouder-apps.
  11. Informeer ouders/OC en kinderen vooraf over dit protocol (en toekomstige aanpassingen daarvan) zodat dit
    duidelijk is.
  12. De Rijksoverheid communiceert over dit protocol via www.rijksoverheid.nl en www.veranderingenkinderopvang.nl