CAO Kinderopvang 2020-2021 Hoofdstuk 6 : Toeslagen en vergoedingen

4 min read

Toeslagen en vergoedingen (CAO Kinderopvang 2020-2021) #

6.1 Vakantietoeslag #

De werkgever betaalt vakantietoeslag over de periode die loopt van 1 juni tot en met 31 mei in het volgende jaar.

De vakantietoeslag is 8% van het salaris dat de medewerker heeft verdiend in de periode uit lid 1. Bij het salaris horen ook de salarisdoorbetaling, uitkeringen en  aanvullingen die de medewerker in deze periode heeft ontvangen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid. Zie artikel 5.12.

Heeft de medewerker een voltijdbaan? Dan krijgt ze vanaf 1 januari 2020 minimaal €169,91 vakantietoeslag per maand. Dit bedrag gaat tegelijk met de verhoging van de salarisschalen omhoog. Vanaf 1 juli 2020 krijgt de medewerker met een voltijdbaan daarom minimaal €175,62 vakantietoeslag per maand. En vanaf 1 januari 2021 minimaal € 176,58.

Krijgt de medewerker vakantie-uitkeringen volgens de sociale verzekeringswetten? Dan zitten die bij de vakantietoeslag in.

De werkgever betaalt de vakantietoeslag in mei.

6.2 Werkurentoeslag #

Werkt de medewerker in opdracht van de werkgever op uren voor 07.00 uur of na 19.00 uur op maandag tot en met vrijdag? Of op een zaterdag, zondag of feestdag? Dan krijgt de medewerker een werkurentoeslag. Hoeveel toeslag ze krijgt staat in de tabel hieronder.

Werkurentoeslag

 07.00 – 19.00 uur19.00 – 07.00 uur
maandag tot en met vrijdag0%20%
zaterdag30%40%
zon- en feestdagen45%45%

De medewerker krijgt geen werkurentoeslag voor de eerste 2 avonden waarop ze in een kalenderjaar werkt. Ze krijgt op deze 2 avonden haar gewone uursalaris uitbetaald.
Werkt de medewerker op maandag tot en met vrijdag? Dan krijgt ze de werkurentoeslag alleen als ze met haar werk begint voor 06.00 uur. Of als haar werk na 20.00 uur eindigt.

De werkgever berekent de werkurentoeslag over het uursalaris van de medewerker. Verdient de medewerker meer dan het uursalaris dat hoort bij salarisnummer 18? Dan berekent de werkgever de toeslag over maximaal het uursalaris dat hoort bij salarisnummer 18. De salarisnummers staan in bijlage 2.

Wat in dit artikel staat geldt niet voor: De medewerker die ingedeeld is in salarisschaal 11 of hoger. De salarisschalen staan in bijlage 2.

De medewerker die altijd buiten de tijdstippen uit lid 1 werkt. Én die werkt in een ondersteunende functie die niet hoort bij het primaire proces van de kinderopvang. Wat bij het primaire proces van de kinderopvang hoort staat in bijlage 1.

6.3 Jubileumtoeslag #

Is de medewerker op 1 januari 2020 in dienst? Of is de medewerker op die datum in dienst en gaat zij na die datum over van de cao Sociaal Werk naar de cao Kinderopvang? Dan geldt het volgende. Werkt de medewerker 25, 40 of 50 jaar bij één of meer werkgevers voor wie deze cao geldt? Of bij één of meer werkgevers voor wie de cao Sociaal Werk geldt? Dan krijgt ze een jubileumtoeslag. Zie lid 3. Het maakt niet uit of ze met of zonder onderbreking heeft gewerkt bij deze werkgevers.

Komt de medewerker na 1 januari 2020 in dienst? Dan geldt het volgende. Werkt de medewerker 25, 40 of 50 jaar bij de werkgever en haar rechtsvoorganger(s)? Dan krijgt ze een jubileumtoeslag. Zie lid 3. Het maakt niet uit of ze met of zonder onderbreking heeft gewerkt bij de werkgever en haar rechtsvoorganger(s).

Hoeveel jubileumtoeslag krijgt de medewerker?

  • Een half maandsalaris bij 25 dienstjaren.
  • Een heel maandsalaris bij 40 dienstjaren.
  • Een heel maandsalaris bij 50 dienstjaren.

De werkgever berekent de jubileumtoeslag als volgt. Bij het maandsalaris van de medewerker telt ze de vakantietoeslag van één maand op. En daarbij telt ze de gemiddelde werkurentoeslag per maand op. De werkgever berekent deze gemiddelde werkurentoeslag over de 3 maanden voor het jubileum.

6.4 Bijdrage zorgverzekering #

Heeft de medewerker een functie in schaal 1 tot en met 6? Dan betaalt de werkgever mee aan de zorgverzekering van de medewerker. De werkgever betaalt € 8,- bruto per maand.

Heeft de medewerker een aanvullende zorgverzekering? Dan betaalt de werkgever mee aan deze aanvullende zorgverzekering. De werkgever betaalt € 8,- bruto per maand. Dit geldt voor alle medewerkers met een aanvullende zorgverzekering.

De bijdragen uit lid 1 en 2 gelden los van het aantal uur dat de medewerker gemiddeld per week werkt. Heeft de medewerker meerdere arbeidsovereenkomsten bij een of meer werkgevers die onder deze cao vallen? Dan krijgt de medewerker de vergoeding maar 1 keer.

6.5 Vergoeding voor reiskosten woon-werkverkeer #

De werkgever maakt een ondernemingsregeling voor de vergoeding van de reiskosten woon-werkverkeer. De medezeggenschap moet hebben ingestemd met deze regeling.

Is er geen ondernemingsregeling zoals bedoeld in lid 1? Dan geldt de standaardregeling ‘reiskosten woon-werkverkeer’. Deze standaardregeling staat in bijlage 6.

6.6 Vergoeding voor dienstreizen #

De werkgever maakt een ondernemingsregeling voor de vergoeding van reiskosten en verblijfkosten voor dienstreizen. De medezeggenschap moet hebben ingestemd met deze regeling.

Is er geen ondernemingsregeling zoals bedoeld in lid 1? Dan geldt de standaardregeling ‘vergoeding dienstreizen’. Deze standaardregeling staat in bijlage 6.

6.7 Vergoeding voor verhuiskosten #

De werkgever maakt een ondernemingsregeling voor de vergoeding van verhuiskosten. En voor de vergoeding van reiskosten woon-werkverkeer bij verhuizing. De medezeggenschap moet hebben ingestemd met deze regeling.

Is er geen ondernemingsregeling zoals bedoeld in lid 1? Dan geldt de standaardregeling. Dit is Uitvoeringsregeling A ‘Vergoeding verhuiskosten en vergoeding reiskosten woon-werkverkeer bij verhuizing’ uit de cao Kinderopvang 2005. Deze regeling staat in bijlage 6.

6.8 Vergoeding voor telefoonkosten #

De werkgever maakt een ondernemingsregeling voor de vergoeding van telefoonkosten. De medezeggenschap moet hebben ingestemd met deze regeling.

Is er geen ondernemingsregeling zoals bedoeld in lid 1? Dan geldt de standaardregeling ‘telefoonkostenvergoeding’. Deze staat in bijlage 6.

6.9 Vergoeding voor thuiswerk en telewerk #

De werkgever maakt een ondernemingsregeling voor de vergoeding van thuiswerk en telewerk. De medezeggenschap moet hebben ingestemd met deze regeling.

Is er geen ondernemingsregeling zoals bedoeld in lid 1? Dan geldt de standaardregeling ‘thuiswerk/telewerk’. Deze staat in bijlage 6.

6.10 Vergoeding voor gebroken diensten #

Werkt de medewerker een gebroken dienst? Dan krijgt ze een vergoeding voor de kilometers die ze extra moet rijden boven haar normale woon-werkverkeer. Ze krijgt over deze kilometers een vergoeding van € 0,23 per km. Over € 0,19 daarvan hoeft ze geen belasting te betalen, over de andere € 0,04 wel.

Het OAK past de vergoeding uit lid 1 ieder jaar op 1 januari aan aan de inflatie. Dat is de stijging van het algemene prijspeil. De nieuwe vergoedingsbedragen komen op www.kinderopvang-werkt.nl te staan.

Het OAK gebruikt voor het berekenen van de vergoeding de stijging van de afgeleide consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het OAK berekent de stijging door deze index van oktober van het jaar daarvoor te vergelijken met de index van oktober twee jaar daarvoor. Het OAK berekent dan het nieuwe vergoedingsbedrag. Ze tellen daarbij een nieuwe verhoging steeds op bij eerdere verhogingen. Blijkt dat de werkgever de vergoeding met een halve eurocent of meer moet verhogen? Dan zetten de cao-partijen de aanpassing ook in de cao. Ze ronden het bedrag daarbij af op hele eurocenten.