Jaarurensystematiek

Bij de kinderopvang kan een werkgever gebruik maken van de jaarurensystematiek. Wat betekent dit nu precies? Wat zijn de regels ? We leggen het hier uit.

Wat is nu de jaarurensystematiek in de kinderopvang ?

Bij deze systematiek wordt een aantal uur per jaar afgesproken, waarbij deze op maandbasis tot 20 % meer of minder kan afwijken.

Voorbeeld : het aantal jaaruren is 120, dus gemiddeld 10 per maand. Deze mag variëren tussen de 8 uur (-/- 20 %) of 12 uur (+/+ 20 %).

Mag de werkgever deze systematiek zo zelf invoeren ?

Ja, dat kan de werkgever zelfstandig invoeren. Wel dient er overleg te zijn hoe deze wordt ingevoerd.

Wat zijn min-uren bij de jaarurensystematiek ?

Min-uren zijn die uren die de medewerker minder heeft gewerkt dan het afgesproken gemiddeld aantal uur per maand.

Voorbeeld : het aantal jaaruren is 120, dus gemiddeld 10 per maand. Je werkt in maand X 8 uur, je hebt dus 2 min-uren.

Wat zijn plus-uren bij de jaarurensystematiek ?

Plus-uren zijn die uren die de medewerker meer heeft gewerkt dan het afgesproken gemiddeld aantal uur per maand.

Voorbeeld : het aantal jaaruren is 120, dus gemiddeld 10 per maand. Je werkt in maand X 12 uur, je hebt dus 2 plus-uren.

Hoeveel jaaruren zijn er per jaar?

Het aantal jaaruren is afhankelijk van het aantal werkbare dagen in een jaar. Zo kent het jaar 2020 een schrikkeldag en heeft deze dus meer jaaruren dan in 2019 en 2021.

Een medewerker met een voltijdbaan in de jaarurensystematiek werkt een bepaald aantal uur per jaar. Dit is het aantal dagen in een kalenderjaar min de zaterdagen en zondagen, keer 7,2. (=36 uur / 5 dagen).

JaarWerkbare dagenJaaruren
20172601.872,0
20182611.879,2
20192611.879,2
20202621.886,4
20212611.879,2

Wat is het uursalaris bij de jaarurensystematiek ?

Het uursalaris binnen de jaarurensystematiek is het jaarsalaris gedeeld door het aantal jaaruren gebaseerd op een voltijdbaan. Deze kan dus iets afwijken van het uurloon wanneer je niet werkt volgens het jaarurensystematiek.

Voorbeeld : het voltijds bruto maandsalaris is € 2.000, dus € 24.000 per jaar. Dit in 2020 gedeeld door 1.886,4 uur. En in 2021 gedeeld door 1.879,2 uur.

Wat als ik aan het eind van het jaar saldo min-uren heb ?

Dan heb je geluk. Deze vervallen en komen voor rekening van de werkgever.

Wat als ik aan het eind van het jaar saldo plus-uren heb ?

Dan worden deze uitbetaald, toegevoegd aan levensfasebudget of krijg je mogelijkheid om deze op te nemen.

Welke artikelen staan er in de CAO Kinderopvang over de jaarurensystematiek ? #

Artikel 4.1 lid 3

Een medewerker met een voltijdbaan in de jaarurensystematiek werkt een bepaald aantal uur per jaar. Dit is het aantal dagen in een kalenderjaar min de zaterdagen en zondagen, keer 7,2. Voor de looptijd van de cao leidt dit tot het volgende aantal jaaruren:

JaarWerkbare dagenJaaruren
20172601.872,0
20182611.879,2
20192611.879,2
20202621.886,4
20212611.879,2

* De werkgever houdt rekening met het volgende bij de berekening van het aantal te werken uur per jaar:

  1. Hoeveel vakantie-uren de medewerker heeft. Zie artikel 7.1 (van de CAO Kinderopvang 2020-2021)
  2. Hoeveel uren verlof de medewerker opneemt uit het verlofbudget. Zie artikel 7.3. (van de CAO Kinderopvang 2020-2021)
  3. Of de medewerker recht heeft op seniorenverlof. En zo ja, hoeveel uren seniorenverlof de medewerker heeft. Zie artikel 7.6. (van de CAO Kinderopvang 2020-2021)
  4. Hoeveel uren verlof de medewerker heeft voor feestdagen, die niet op zaterdag of zondag vallen. Zie artikel 7.7. 4. (van de CAO Kinderopvang 2020-2021)

Artikel 4.1 lid 4

Heeft de werkgever de jaarurensystematiek van artikel 4.5 ingevoerd? Dan is het aantal uur dat de medewerker per maand werkt de jaaruren gedeeld door 12. Dit geldt voor de medewerker met een voltijdbaan

4.5 De jaarurensystematiek

Lid 1. De werkgever kan een jaarurensystematiek invoeren waarbij het aantal uur dat de medewerker werkt, per maand kan verschillen. Per maand kan de medewerker maximaal 20% meer of maximaal 20% minder werken dan het afgesproken gemiddeld aantal uur per maand.

Lid 2. Wil de werkgever een jaarurensystematiek invoeren? Dan hoeft ze daar geen instemming voor te krijgen van de medezeggenschap. De werkgever moet wel in overleg met de medezeggenschap bepalen op welke manier ze de jaarurensystematiek invoert.

Lid 3. Het saldo van het aantal plus-uren en min-uren mag nooit meer zijn dan het afgesproken gemiddeld aantal uur per maand. Dit geldt voor het hele kalenderjaar.

Lid 4. De jaarurensystematiek zorgt ervoor dat er geen urensaldo blijft staan op 31 december van het hetzelfde kalenderjaar.

Lid 5. Heeft de medewerker aan het einde van het kalenderjaar nog plus-uren over? Of heeft de medewerker nog plus-uren over aan het eind van haar dienstverband? Dan spreken de werkgever en medewerker samen af hoe de werkgever de plus-uren vergoedt. Dit kan in geld of in vrije tijd. Krijgt de medewerker de plus-uren vergoed in tijd? Dan mag de medewerker deze uren binnen hetzelfde kalenderjaar vrij nemen. De werkgever betaalt het salaris van de medewerker door tijdens deze vrije uren.

Gebruikt de medewerker deze uren niet binnen hetzelfde kalenderjaar? Dan kan ze de uren aan het einde van het kalenderjaar toevoegen aan haar levensfasebudget. Het aantal plusuren dat ze maximaal mag toevoegen is twee keer het gemiddeld aantal uur dat ze per week werkt. Heeft de medewerker een voltijdbaan? Dan mag ze dus maximaal 72 uur aan plus-uren sparen. Deze uren worden in geld toegevoegd aan haar levensfasebudget (zie artikel 7.4). Doet ze dit niet? Dan bepaalt de werkgever na het einde van het kalenderjaar wanneer de medewerker de plus-uren opneemt als extra vrije tijd. De werkgever betaalt het salaris van de medewerker door tijdens deze vrije uren.

Lid 6. Heeft de medewerker aan het einde van het kalenderjaar nog min-uren? Dan vervallen deze uren. Ze komen voor rekening van de werkgever. De medewerker hoeft dus geen salaris in te leveren.

Lid 7.

  1. Kan de medewerker door ziekte of arbeidsongeschiktheid niet werken? Dan blijft ze ingeroosterd zoals afgesproken. Dit geldt zolang de roosterperiode duurt. Eindigt de roosterperiode tijdens ziekte of arbeidsongeschiktheid? Dan gaat de medewerker terug naar het afgesproken gemiddeld aantal uur per maand.
  2. Kan de medewerker niet werken door zwangerschaps- of bevallingsverlof? Of door ziekte of arbeidsongeschiktheid die veroorzaakt is door zwangerschap of bevalling? Dan gaat de medewerker terug naar het afgesproken gemiddeld aantal uur per maand. Dit gebeurt vanaf het begin van het zwangerschapsverlof.